houden van (v) (voedsel) | gern essen (v) (voedsel) |
houden van (v) (voorkeur) | gut finden (v) (voorkeur) |
houden van (v) (voedsel) | mögen (v) (voedsel) |
houden van (v) (voorkeur) | mögen (v) (voorkeur) |
houden van (v) (voedsel) | gern haben (v) (voedsel) |
houden van (v) (liefde) | lieben (v) (liefde) |
houden van (v) (voorkeur) | gern haben (v) (voorkeur) |